- gesteld
- {{gesteld}}{{/term}}I 〈bijvoeglijk naamwoord〉1 [in een bepaalde gesteldheid] 〈zie voorbeelden 1〉2 [dol op] keen (on) ⇒ fond (of)3 [aangewezen] appointed♦voorbeelden:1 met haar is het anders gesteld • she's in a different positionhet is er droevig mee gesteld • it's a sorry state of affairshoe is het gesteld met …? • how's …?, what's the news of …?2 zij zijn erop gesteld (dat) • they would like it (if), they are set on (…-ing)gesteld zijn op iemand • be fond of/ 〈voornamelijk romantisch〉keen on someoneerg op comfort gesteld zijn • like one's comfort3 de boven ons gestelde machten • the authorities set over usbinnen de gestelde tijd • within the time specified/ 〈juridisch〉appointedbeantwoorden aan de gestelde verwachtingen • come up to expectationsII 〈bijwoord〉1 [aangenomen] suppose ⇒ supposing, what if
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.